Auteur: Lineke Tak.
Prikkelbare darm syndroom (PDS) wordt meestal gezien als een aandoening waarbij verschillende biopsychosociale factoren een rol kunnen spelen. Er worden onder andere veranderingen in de zogenaamde ‘brain-gut axis’ vermoed. Met de brain-gut axis wordt de signaaldoorgave tussen hersenen en darmen bedoeld. Hierbij speelt ook de darmflora een belangrijke rol. Of het zenuwstelsel en de hersenen of de darmen het belangrijkst zijn bij het ontstaan van PDS, is nog niet opgehelderd.
Een van de hypotheses bij het ontstaan van PDS is laaggradige ontsteking van de darm. Deze laaggradige ontsteking is waarschijnlijk multifactorieel bepaald, waarbij genetische factoren, stress, veranderingen in de darmflora en eerder doorgemaakte infecties een rol kunnen spelen. Omdat onderzoekers in eerdere studies laaggradige ontsteking vonden bij een deel van de patienten met PDS, dachten ze dat een ontstekingsremmend medicijn mogelijk effectief zou kunnen zijn in de behandeling. Mesalazine is een lokaal ontstekkingsremmend middel, dat bij de inflammatoire darmaandoening colitis ulcerosa wordt gebruikt. Met deze achterliggende gedachte werd het eerste gerandomiseerde, dubbelblinde klinische onderzoek verricht naar de veiligheid en effectiviteit van mesalazine in de behandeling van PDS. Deze studie werd gesponsord door Sofar SpA, een geneesmiddelenfabrikant en producent van mesalazine.
Het onderzoek vond plaats in 21 tertiaire centra in Italië waar in totaal 185 patiënten met PDS (geclassificeerd volgens Rome III critera) geïncludeerd werden. Patiënten met PDS kregen ofwel 800 mg mesalazine of placebo drie maal daags gedurende 12 weken. Daarna werden ze nog 12 weken gevolgd. In totaal deden 172 patiënten mee aan de uiteindelijke analyses.
Het primaire eindpunt was vermindering van buikpijn en -discomfort gedurende de behandelperiode. Patiënten werden beschouwd als ‘responders’ als ze tenminste 50% van de week zich duidelijk beter voelden (de 50%-regel). In totaal 69% van de mesalazine groep versus 67% in de placebogroep reageerde op de behandeling. Het niet statistisch significante verschil was dus 1.2% (p=0.870, 95% BI -12.8% tot 15.1%). Het secundaire eindpunt was verminderen van alle PDS-symptomen. Ook hier waren geen statistisch significante verschillen tussen de mesalazine groep en de placebo groep.
Het veiligheidsprofiel van mesalazine versus placebo was volgens de auteurs vergelijkbaar. In totaal 14 patiënten stopten tijdens de studie vanwege bijwerkingen. Er waren 4 patiënten met ernstige bijwerkingen (gastro-enteritis n=2, ischaemische colitis n=1 en recidief borstkanker n=1), allemaal in de mesalazine groep.
De auteurs concluderen dat behandeling met mesalazine niet beter werkt dan behandeling met placebo. Er waren ook enkele bijwerkingen bij enkele patiënten. Op basis van dit onderzoek lijkt het dus niet zinvol mesalazine voor te schrijven bij PDS of in de richtlijnen op te nemen. De auteurs opperen nog wel dat er mogelijk een subgroep patiënten met PDS is die wél op deze behandeling reageert. Ze hebben bij de huidige patiënten bijvoorbeeld niet onderzocht bij wie er inderdaad sprake was van laaggradige ontsteking van de darm bij miscroscopisch onderzoek, en of bij hen deze behandeling effectiever was.
Barbara G, Cremon C, Annese V, Basilisco G, Bazzoli F, Bellini M e.a. Randomised controlled trial of mesalazine in IBS. Gut. 2014 Dec 22.