Aanhoudende lichamelijke klachten bij de ziekte van Parkinson

Aanhoudende lichamelijke klachten bij de ziekte van Parkinson

Aanhoudende lichamelijke klachten bij de ziekte van Parkinson

Auteur: Birgit aan de Stegge.

Bij de ziekte van Parkinson wordt vaak als eerste gedacht aan klachten als stijfheid, traagheid en trillen van de ledematen. Dat deze ziekte ook gepaard kan gaan met allerlei niet-motorische klachten, is minder bekend. Denk bijvoorbeeld aan urge-incontinentie, orthostatische hypotensie of slaapstoornissen, en aan psychiatrische klachten als psychose, angst- en of depressie. Op langere termijn is er een hoog risico op cognitieve achteruitgang.

Parkinsonpatiënten ervaren de niet-motorische klachten als net zo invaliderend als de motorische klachten. Motorische en niet-motorische parkinsonklachten kunnen elkaar beïnvloeden. Angstklachten kunnen bijvoorbeeld leiden tot toename van stijfheid of trillen. Een toename van stijfheid of trillen kan weer leiden tot meer angst.

In dit artikel wordt een onderzoek beschreven naar het voorkomen van somatisatie bij parkinsonpatiënten, en of er een associatie is tussen somatisatie en motorische en/of niet-motorische parkinsonklachten en kwaliteit van leven (Polo-Morales e.a., 2021).

Somatisatie werd door Lipowski in 1987 gedefinieerd als ‘de neiging om psychische stress te ervaren in de vorm van lichamelijke klachten, deze klachten te uiten, en er medische hulp voor te zoeken’.  Tegenwoordig wordt ‘somatisatie’ minder gebruikt omdat er anders tegen aanhoudende lichamelijke klachten (ALK) aangekeken. ALK worden biopsychosociaal verklaard en kunnen in de  DSM-5 onder de somatisch-symptoomstoornis vallen: dan moet er sprake zijn van ALK die leiden tot excessieve gedachten, gevoelens of gedragingen met betrekking tot de lichamelijke klachten. Hierbij hoeft er geen sprake te zijn van een psychische oorzaak voor de klachten. Ook het somatisch onverklaard zijn van de klachten is geen voorwaarde meer. Gezien de grote verscheidenheid aan lichamelijke klachten die bij Parkinson kunnen optreden, waarbij het niet altijd duidelijk is of deze door de Parkinson of door bredere biopsychosociale factoren kunnen worden verklaard, is deze laatste wijziging in de DSM-5 relevant. Waar de auteurs van dit artikel nog de term somatisatie hanteren, zou je ook ‘aanhoudende lichamelijke klachten’ kunnen lezen.

Dit cross-sectionele onderzoek is uitgevoerd bij 49 mannen en 44 vrouwen met de ziekte van Parkinson in Mexico. Resultaten werden vergeleken met een controlegroep gezonde leeftijdsgenoten. Er werden verschillende meetinstrumenten gebruikt, o.a. de SCL-90-R (Symptom Check List), waarvan de 12-item subschaal somatisatie werd gebruikt, en instrumenten om motorische- en niet-motorische Parkinsonklachten en kwaliteit van leven te meten.

Somatisatie kwam twee keer zo vaak voor bij de parkinsonpatiënten ten opzichte van de gezonde controles. Opvallend was dat de man-vrouw verdeling hierin bij de parkinsonpatiënten meer gelijk was dan in de gezonde controlegroep (1:1,4 ten opzichte van 1:3). Er waren statistisch significante associaties tussen de mate van somatisatie en de totale score op de motorische en niet-motorische Parkinsonklachten en lagere kwaliteit van leven.

Vanwege de cross-sectionele opzet van dit onderzoek is over causaliteit niets te zeggen. Bij het afnemen van de SCL-90-R (een opsomming van lichamelijke klachten) is er ook geen volledig onderscheid te maken tussen lichamelijke klachten die enkel door de ziekte van Parkinson worden veroorzaakt of door lichamelijke klachten die breder biopsychosociaal verklaard zouden kunnen worden.

Er is terecht steeds meer aandacht voor de niet-motorische klachten bij de ziekte van Parkinson. Een mooi voorbeeld over een succesvolle behandeling van aanhoudende lichamelijke klachten bij een parkinsonpatiënt wordt beschreven in het recent verschenen boek ‘Parkinson bij de Psychiater’ door Odile van den Heuvel en Sonja Rutten. In het hoofdstuk ‘surfles voor gevorderden’, wordt een man met de ziekte van Parkinson beschreven, die ernstig wordt belemmerd door aanvalsgewijze kramp in zijn voet tijdens off-momenten (de momenten waarop medicatie voor parkinson is uitgewerkt). Deze kramp maakt hem (onbewust) erg angstig en gaat zijn leven beheersen. Hierdoor neemt de kramp (en ook zijn medicatiegebruik voor Parkinson) alleen maar toe. Hij wordt behandeld middels BEWARE (body awareness therapy for wearing-off related anxiety) met o.a. technieken uit de Acceptance and Commitment Therapy (ACT). Dit leidt ertoe dat hij anders leert omgaan met opkomende kramp tijdens off-momenten, waardoor hij niet meer in paniek raakt en de klachten eerder weer afnemen.

Al met al pleiten dit  onderzoek en het voorbeeld uit het boek van van den Heuvel en Rutten voor een brede biopsychosociale benadering bij ALK bij de ziekte van Parkinson om kwaliteit van leven te kunnen verbeteren.


Related Posts

Back to Top