signaleren en hoe CVS behandeld kan worden met CGT en e-CGT. Ook leert u hoe u de patiënt kunt helpen om de zoektocht naar een medische oorzaak van de vermoeidheid te staken en zich te richten op herstel met behulp van CGT.
5: Grip op pijn: online cognitieve gedragstherapie bij chronische pijn – S. Spillekom-van Koulil en R. van der Vaart
Online cognitieve gedragstherapie (eCGT) kan een efficiënte en effectieve behandeling zijn bij chronische pijn. De nadruk ligt hierbij op het zo optimaal mogelijk leren omgaan met pijn en de gevolgen van pijn in het dagelijks leven. Afhankelijk van de intensiteit van de problematiek kan eCGT worden aangeboden in de eerste of tweede lijn, met meer of minder begeleiding van een therapeut. In deze sessie wordt het programma Grip op pijn gedemonstreerd: een online eCGT- programma met wekelijkse begeleiding door een therapeut. U maakt in deze sessie kennis met het werken met de online behandeling. Er wordt aandacht besteedt aan e-behandelvaardigheden en aan de toepassingsmogelijkheden van online behandeling.
6: ‘Ik mis een ventiel…’ Aan de slag met de inbreng van de patiënt – M.J.F. Buckers en J. Gol
Onderzoek toont aan dat SOLK-patiënten een heterogene groep vormen, waarbij een gepersonaliseerde aanpak aangewezen is. SOLK-patiënten lijden niet alleen aan hun klachten, maar ook aan het niet weten wat er gaande is in hun lichaam. In hun verwarring en angst verkeerd begrepen te worden gaan zij zelf op zoek en komen met eigen verklaringen, al dan niet van internet en/of ingegeven door behandelaars in het alternatieve circuit.
Op basis van literatuur, casuïstiek uit onze behandelpraktijk en uw inbreng willen wij in deze sessie handvatten aandragen voor een gepersonaliseerde aanpak. Door een andere manier van luisteren en kijken kan deze aanpak recht doen aan het ziektenarratief van de patiënt, waardoor echt gedeelde verklaringen mogelijk zijn met nieuwe, soms onvermoede behandelperspectieven.
7: SOLK, wie moet er naar de psychiater? – C.M. van der Feltz-Cornelis en T. Olde Hartman
Veel patiënten met SOLK worden in de huisartsenpraktijk behandeld, vaak met goed resultaat. Een kleine groep zou baat kunnen hebben bij verwijzing naar een psychiater, maar lang niet iedere patiënt met SOLK wil naar een psychiater worden verwezen. Aan de hand van onderzoek en casuïstiek geven een huisarts en een psychiater zicht op de keuzeopties en indicaties voor behandeling in de huisartsenpraktijk. Daarnaast komen ook de mogelijkheden en noodzaak voor verwijzen en consultatie door de psychiater in de huisartsenpraktijk aan de orde.
U krijgt de mogelijkheid om eigen casuïstiek in te brengen om zo zicht te krijgen op de problemen en dilemma’s die u ervaart in de dagelijkse praktijk. Deze casuïstiek bespreken we in kleine subgroepjes, waarna we plenair aan elkaar terugkoppelen. In deze sessie hopen we u meer inzicht te geven in nut, noodzaak en werkwijze van consultatie dan wel verwijzen van patiënten met SOLK naar de psychiater.
8: Multidisciplinaire poli voor functionele bewegingsstoornissen – J.M. Gelauff en A. van Gils
Gedurende het afgelopen jaar vond, vanuit een samenwerking tussen de afdelingen Neurologie en Psychiatrie van het UMCG, maandelijks een multidisciplinaire poli plaats voor patiënten met een vermoedelijk functionele bewegingsstoornis. De oprichters van deze poli zijn prof.dr. M.A.J. de Koning-Tijssen (neuroloog en hoogleraar bewegingsstoornissen) en V.C.R. Jiawan (psychiater). De doelstelling van deze sessie is om, onder andere aan de hand van casuïstiek, te laten zien op welke manier een dergelijke samenwerking vormgegeven kan worden. Daarnaast willen wij onze eerste ervaringen delen en is er ruimte voor discussie over de meerwaarde van een multidisciplinaire aanpak bij de diagnostiek van functionele klachten.