EVENT 4 feb 2016 UCP Symposium ‘SOLK in de eerste en tweede lijn’

EVENT 4 feb 2016 UCP Symposium ‘SOLK in de eerste en tweede lijn’

EVENT 4 feb 2016 UCP Symposium ‘SOLK in de eerste en tweede lijn’

Op donderdag 4 februari 2016 organiseert het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) van het Universitair Medisch Centrum Groningen een symposium over SOLK in de eerste en tweede lijn.

‘De uitdaging van de geneeskunde is om gezondheidsklachten in gesprek met de patiënt te verhelderen, waarna adequaat vervolgonderzoek tot een sluitende diagnose leidt, om vervolgens in samenspraak met de patiënt de best mogelijke behandeling te geven. Deze uitdaging stimuleert vele artsen alles te geven in hun werk en inspireert jonge mensen te kiezen voor een carrière in de geneeskunde. Maar wat als de uitdaging te groot blijkt? En het ondanks de beste bedoelingen van arts en patiënt niet lukt een lichamelijke ziekte vast te stellen of verlichting van klachten te bewerkstelligen? De uitdaging is geworden tot een kwelling voor arts en patiënt. Er is sprake van somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: SOLK. Patiënten worden heen en weer geslingerd tussen huisarts en medisch specialist. Wat kan of moet een huisarts zelf? En wanneer is het zinvol te verwijzen naar de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg?

Dit symposium beoogt naast actuele kennisoverdracht in plenaire lezingen ook discussie tussen de verschillende professionals in de eerste en tweede lijn over dit onderwerp te stimuleren. Wat mag en kunt u verwachten van uw collega in de eerste of tweede lijn, teneinde de onverklaarde gezondheidsklacht van uw patiënt te verminderen.’

Zie hier voor aanvullende informatie over het programma en inschrijving.

Programma plenaire sprekers

– SOLK, verkeerde beeldvorming en moeizame communicatie – T. Olde Hartman

– SOLK in de DSM-5: niet de lichamelijke klacht telt, maar hoe de patiënt én de dokter ermee omgaan – C.M. van der Feltz-Cornelis

– SOLK bij ouderen: verjaring of jaarlijkse verjaardag? – R.C. Oude Voshaar

– Making sense of symptoms: translating the science of symptoms to help patients – C.D. Burton

Programma parallelsessies

1: Op het snijvlak van lichaam en geest – T.K. Bouman en B. van der Lei

De vraag naar cosmetisch chirurgische ingrepen is de laatste decennia spectaculair toegenomen. En de vaak emotioneel getinte maatschappelijke discussie houdt daarmee gelijke tred. In deze multidisciplinaire sessie gaan we allereerst in op de hulpvragen, waarmee de cosmetisch chirurg en de psycholoog geconfronteerd kunnen worden. Daarbij leggen wij u een aantal potentiële psychologische contra-indicaties voor, waaronder een extreem verstoord lichaamsbeeld. Ook gaan we in op effectieve manieren van doorverwijzen naar adequate hulpverlening. Vervolgens belichten we de soorten ingrepen die gevraagd worden en effecten daarvan op het psychosociale welbevinden. Tenslotte staan we stil bij de empirische evidentie voor die effecten.

2: Eerstelijns blended eHealth-zorg voor patiënten met milde of matig-ernstige SOLK – J.H. Houtveen

Grip op Klachten is een innovatief online patiëntsysteem voor SOLK. Patiënten starten met Grip op Klachten tijdens een bezoek aan de huisarts. Die (of diens praktijkondersteuner) blijft de regie houden en kan het systeem inzetten voor een heel palet aan online meet-, behandel- en doorverwijsmogelijkheden. Er wordt een demonstratie gegeven van de mogelijkheden om Grip op Klachten in te zetten in de eerstelijn bij milde of matig-ernstige SOLK. Hierbij kunt u denken aan screening, ROM, vragenlijst- en dagboekonderzoek (om tot een individueel netwerk van instandhouders te komen) en gepersonaliseerde zelfmanagementadviezen. Op basis van deze mogelijkheden discussiëren we in deze sessie over inpassing in een blended eHealth-traject.

3: Hoe vertel ik u? – P.L. Lucassen en R.C. Oude Voshaar

Wanneer de diagnose SOLK gesteld is, volgt het uitslaggesprek. Het goede bericht dat niets gevonden is, staat haaks op de ervaring van de patiënt. In deze workshop gaan we actief oefenen met communicatie over de diagnose. Wat zijn de do’s en don’ts?
Naast het oefenen wordt de workshop geïllustreerd met kwalitatieve onderzoeksbevindingen uit de Older Persons with medically Unexplained Symptoms (OPUS)-studie, waar beide workshopleiders aan verbonden zijn.

4: Behandeling voor het chronisch vermoeidheidssyndroom – H. Knoop en M. Worm-Smeitink

Vermoeidheid is een klacht die zorgprofessionals bij veel patiënten tegenkomen. Het is een klacht die meestal ook weer spontaan verdwijnt. Soms is de patiënt echter langdurig vermoeid, zonder dat daar een psychische of lichamelijke oorzaak voor kan worden gevonden. In deze gevallen kan er sprake zijn van het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS). Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een bewezen effectieve behandeling voor CVS. In deze workshop leert u CVS te

signaleren en hoe CVS behandeld kan worden met CGT en e-CGT. Ook leert u hoe u de patiënt kunt helpen om de zoektocht naar een medische oorzaak van de vermoeidheid te staken en zich te richten op herstel met behulp van CGT.

5: Grip op pijn: online cognitieve gedragstherapie bij chronische pijn – S. Spillekom-van Koulil en R. van der Vaart

Online cognitieve gedragstherapie (eCGT) kan een efficiënte en effectieve behandeling zijn bij chronische pijn. De nadruk ligt hierbij op het zo optimaal mogelijk leren omgaan met pijn en de gevolgen van pijn in het dagelijks leven. Afhankelijk van de intensiteit van de problematiek kan eCGT worden aangeboden in de eerste of tweede lijn, met meer of minder begeleiding van een therapeut. In deze sessie wordt het programma Grip op pijn gedemonstreerd: een online eCGT- programma met wekelijkse begeleiding door een therapeut. U maakt in deze sessie kennis met het werken met de online behandeling. Er wordt aandacht besteedt aan e-behandelvaardigheden en aan de toepassingsmogelijkheden van online behandeling.

6: ‘Ik mis een ventiel…’ Aan de slag met de inbreng van de patiënt – M.J.F. Buckers en J. Gol

Onderzoek toont aan dat SOLK-patiënten een heterogene groep vormen, waarbij een gepersonaliseerde aanpak aangewezen is. SOLK-patiënten lijden niet alleen aan hun klachten, maar ook aan het niet weten wat er gaande is in hun lichaam. In hun verwarring en angst verkeerd begrepen te worden gaan zij zelf op zoek en komen met eigen verklaringen, al dan niet van internet en/of ingegeven door behandelaars in het alternatieve circuit.

Op basis van literatuur, casuïstiek uit onze behandelpraktijk en uw inbreng willen wij in deze sessie handvatten aandragen voor een gepersonaliseerde aanpak. Door een andere manier van luisteren en kijken kan deze aanpak recht doen aan het ziektenarratief van de patiënt, waardoor echt gedeelde verklaringen mogelijk zijn met nieuwe, soms onvermoede behandelperspectieven.

7: SOLK, wie moet er naar de psychiater? – C.M. van der Feltz-Cornelis en T. Olde Hartman

Veel patiënten met SOLK worden in de huisartsenpraktijk behandeld, vaak met goed resultaat. Een kleine groep zou baat kunnen hebben bij verwijzing naar een psychiater, maar lang niet iedere patiënt met SOLK wil naar een psychiater worden verwezen. Aan de hand van onderzoek en casuïstiek geven een huisarts en een psychiater zicht op de keuzeopties en indicaties voor behandeling in de huisartsenpraktijk. Daarnaast komen ook de mogelijkheden en noodzaak voor verwijzen en consultatie door de psychiater in de huisartsenpraktijk aan de orde.
U krijgt de mogelijkheid om eigen casuïstiek in te brengen om zo zicht te krijgen op de problemen en dilemma’s die u ervaart in de dagelijkse praktijk. Deze casuïstiek bespreken we in kleine subgroepjes, waarna we plenair aan elkaar terugkoppelen. In deze sessie hopen we u meer inzicht te geven in nut, noodzaak en werkwijze van consultatie dan wel verwijzen van patiënten met SOLK naar de psychiater.

8: Multidisciplinaire poli voor functionele bewegingsstoornissen – J.M. Gelauff en A. van Gils

Gedurende het afgelopen jaar vond, vanuit een samenwerking tussen de afdelingen Neurologie en Psychiatrie van het UMCG, maandelijks een multidisciplinaire poli plaats voor patiënten met een vermoedelijk functionele bewegingsstoornis. De oprichters van deze poli zijn prof.dr. M.A.J. de Koning-Tijssen (neuroloog en hoogleraar bewegingsstoornissen) en V.C.R. Jiawan (psychiater). De doelstelling van deze sessie is om, onder andere aan de hand van casuïstiek, te laten zien op welke manier een dergelijke samenwerking vormgegeven kan worden. Daarnaast willen wij onze eerste ervaringen delen en is er ruimte voor discussie over de meerwaarde van een multidisciplinaire aanpak bij de diagnostiek van functionele klachten.


Related Posts

Back to Top