Meta-analyse: zowel antidepressiva als psychotherapie effectief bij prikkelbare darm syndroom
Meta-analyse: zowel antidepressiva als psychotherapie effectief bij prikkelbare darm syndroom
9 juli 2014Auteur: Lineke Tak.
Vorige week schreven we op SOLK.nl over een meta-analyse van Schaefert et al. (2014) waarin geconcludeerd werd dat hypnose een veilige en effectieve interventie is bij volwassen patiënten met prikkelbare darm syndroom (PDS). Deze week is een nog veel uitgebreidere systematische review en meta-analyse gepubliceerd over 48 randomized controlled trials (RCTs) die het effect van antidepressiva en psychotherapie bij PDS patiënten onderzochten.
Achtergrond
Kennis over effectieve therapie is belangrijk vanwege de hoge prevalentie en de daaraan gerelateerde kosten voor de maatschappij. Het ontstaan van PDS is multifactoriëel en nog niet geheel opgehelderd. Viscerale hypersensitiviteit voor pijnlijke stimuli en veranderingen in centrale verwerking van pijn spelen waarschijnlijk een rol. Daarnaast is er vaker sprake van psychiatrische co-morbiditeit vergeleken met de algemene bevolking.
Antidepressiva
Er waren 17 RCTs die antidepressiva (totale N = 592) vergeleken met placebo (totale N = 492). In totaal verbeterde 57.1% van PDS patiënten die antidepressiva kregen versus 35.0% van PDS patiënten die placebo kregen. Het relatieve risico (RR) om niet op te knappen van antidepressiva was 0.67 (95% BI 0.58 – 0.77). Er was geen verschil in effectiviteit tussen selectieve serotonine heropname remmers (SSRIs) en tricyclische antidepressiva (TCAs). Het number needed to treat (NNT) was 4.
Het lijkt erop dat er bij PDS patiënten die behandeld worden in de tweedelijn een groter effect was vergeleken met degenen behandeld in de eerstelijn. Er zijn geen klinische variabelen bekend uit deze meta-analyse waarop de keuze tussen een SSRI en een TCA gebaseerd kan worden. Auteurs noemen wel dat het biologisch plausibel is, vanwege hun (bij)werkingprofiel, dat SSRI’s effectiever zijn bij obstipatie-predominante PDS terwijl TCAs geschikter zijn voor diaree-predominante PDS.
Psychotherapie
Er waren in totaal 32 RCT’s die psychotherapie (totale N = 1232) vergeleken met een wachtlijst-conditie, monitorende of ondersteunende therapie, placebo of zorg als gebruikelijk (totale N = 1102). In totaal verbeterde 48.1% van de PDS patiënten die psychotherapie kregen versus 23.9% van de PDS patiënten in de controlegroep. Het RR om niet op te knappen van psychotherapie was 0.68 (95% BI 0.61 – 0.76). Het NNT was ook hier 4.
Wanneer naar het type psychotherapie werd gekeken, bleken cognitieve gedragstherapie (CGT), hypnotherapie, multicomponent psychotherapie zowel face-to-face als telefonisch en psychodynamische therapie effectief. Relaxatietherapie, stress management, CGT met minimaal contact of via internet waren niet statistisch significant effectief, hoewel auteurs opmerken dat voor deze therapieën te weinig RCTs beschikbaar waren om definitieve conclusies te trekken. Het lijkt erop dat er bij PDS patiënten die behandeld werden in een derdelijns setting het grootste effect bereikt werd.
Discussie
Auteurs concluderen dat hun meta-analyse, waarin meer dan 1.000 patienten gerandomiseerd werden voor medicamenteuze therapie en meer dan 2.000 voor psychotherapie, laat zien dar zowel behandeling met antidepressiva (een SSRI of TCA) als met psychotherapie (CGT, hypnotherapie, multicomponent therapie en psychodynamische therapie) effectief is voor symptoomreductie bij PDS. De effecten van beide interventies zijn even groot. Er waren enige aanwijzingen voor publicatiebias, waardoor mogelijk de werkelijke effecten wat kleiner zijn en dus het NNT hoger dan 4.
Auteurs adviseren in de toekomst studies uit te voeren bij PDS patiënten waarin medicamenteuze therapie en psychotherapie direct met elkaar vergeleken of gecombineerd worden. Ook raden ze aan het belang van het type PDS (obstipatie- of diarree-predominant), de setting van de studie (eerste- tweede- of derdelijn) en psychiatrische co-morbiditeit (met name angst- en stemmingstoornissen) te onderzoeken.